De naam Doesburg werd voor het eerst gezien in een akte die dateert uit 1053. Vele jaren later in in 1237 kreeg Doesburg haar stadsrechten en groeide het uit tot een belangrijke vestigingstad. De stad behoorde tot 1 van de 5 stemhebbende steden van het Staten van het kwartier van Zutphen. Doesburg was welvarend en kreeg een bestuurlijke functie als hoofdstad van het Richterambt van Doesburg. De 94 meter hoge Martinikerk was een voorbeeld van de goede economie van de stad. Een groot gedeelte van de welvaart kwam door het lidmaatschap van de Hanze. Doesburg werd een Hanzestad en dat zorgde ervoor dat de economie in de stad groeide.
Zware tijden
Echter, aan het einde van de 15e eeuw kwam hieraan een einde. Doesburg kreeg een terugval. De welvaart ging achteruit, omdat de IJssel aan het verzanden was. Er werd besloten dat de rivier in 1552 zou worden verlegd. Dit idee mocht echter niet baten. De stad viel namelijk in de eerste jaren van de Tachtigjarige oorlog en de Franse bezetting van 1672 tot 1674 in een dieper dal. Er werd door een groot deel van de inwoners geleefd van landbouw en veeteelt. Doesburg had alleen betekenis als vesting. De stad was slechts een marktplaatsje. Tijdens de Tweede Wereldoorlog is Doesburg snel ingenomen door het Duitse leger. De stad was in april 1944 het toneel van een vuurgevecht tussen het Duitse leger en en ondergrondse strijders van de KP-Aalten.
Toekomst Doesburg
Menno van Coehoorn heeft in 1771 plannen ontworpen om ten oosten van de stad een sterke verdedigingslinie aan te leggen. Tussen 1702 en 1730 is deze verdedigingslinie aangelegd. Echter, de wallen leverden een ruimtebeperking op. Dit had tot gevolg dat de industrialisatie stagneerde. Hierdoor ontstond de eerste grote industrie, namelijk de ijzergieterij. Nog steeds is een groot deel van de verdedigingslinie aanwezig. Deze staat bekend onder de naam Hoge- en Lage Linie of Batterijen.
Tegenwoordig is Doesburg een moderne stad met tal van bijzondere monumenten die te relateren zijn aan de geschiedenis van de Doesburg.